Consumentenbedrog in de gezondheidssector
Het Onderzoeks- en Informatiecentrum van de Verbruikersorganisaties (OIVO) heeft een website gelanceerd met informatie over consumentenbedrog. Daarbij wordt ook aandacht besteed aan een aantal gevaarlijke praktijken in de gezondheidssector.
Het gezondheidsvoordeel is immer een belangrijk verkoopsargument voor consumenten. Suggestieve of misleidende etikettering, onrechtmatig gebruik van pseudo-wetenschappelijke informatie, aanzetten tot het verbruik van alicamenten of farmafood, een verkeerde tarifering of niet werkzame producten zijn enkele vormen van consumentenbedrog die zich in de gezondheidssector voordoen.
Elektrostimulatie: mirakel of bedrog?
Elektrostimulatie mag dan al bijdragen tot de spiervorming, op zich is deze techniek niet voldoende. Bovendien zijn de toestellen die in de media aangeboden worden helemaal niet efficiënt, hun frequentie ligt veel te laag. Ze doen geen kwaad, maar ook geen goed. Elektrostimulatie kan een mooie aanvulling blijken voor wie zijn spieren wil ontwikkelen of vormgeven, op voorwaarde dat hij zich dan de juiste toestellen aanschaft die veelal duurder zijn, maar ook veel efficiënter. Bovendien zorgen heel wat van die toestellen nooit voor een voldoende spierspanning om een verbetering van de spierkracht te veroorzaken. Op dit ogenblik blijft elektrostimulatie vóór alles een mooie aanvulling op een sportieve activiteit. Maar deze techniek is zeker niet geschikt om te vermageren...
De vermageringsproducten
Tegenwoordig sieren diverse verwijzingen naar zogenaamde dokters of laboratoria, of naar wetenschappelijke studies de verpakkingen van heel wat mirakelproducten zoals producten om te vermageren, om te stoppen met roken en om veroudering of kaalhoofdigheid te bestrijden.
Het gebeurt vaak dat de wetenschappelijke studie waarnaar een adverteerder verwijst, in feite een studie is die gerealiseerd werd in een laboratorium met muizen en niet met mensen... Daardoor zou de consument dus kunnen twijfelen aan de efficiëntie van die studie met betrekking tot het menselijke ras. En ook al gaat het om klinische studies (m.a.w. wetenschappelijke studies gerealiseerd op mensen), toch zullen de adverteerders niet snel de studies noemen die niet geleid hebben tot de vermelde conclusies of, integendeel zelfs, heel andere conclusies lieten zien.
Bovendien spreken heel wat adverteerders over vermageringskuren (bedoeld om een slanke lijn te krijgen en niet per definitie gewicht te verliezen) om te ontsnappen aan de wetgeving die geldt op reclame voor vermageringsproducten, m.a.w. producten die ook werkelijk een gewichtsverlies veroorzaken. Maar de consument is meestal niet bekend met de subtiliteiten van deze woordenschat. Deze adverteerders zullen onderaan hun reclame beslist de vermelding "dit is geen geneesmiddel" toevoegen. Zo ontsnappen ze aan elke officiële controle, alsook aan de verplichting om de efficiëntie van hun product te bewijzen.
Een light-dieet
Tegenwoordig kan de consument in de winkel heel wat "light"-producten kopen. Onder het voorwendsel van een combinatie van vermageren en comfort biedt de voedingsindustrie ook minder vette producten aan die niet echt doen vermageren. Deze producten zijn hooguit een interessant hulpmiddel als de consument een strikt dieet volgt en kunnen een onevenwichtige voeding niet compenseren.
Maar de vermelding "light" houdt ook heel wat risico’s in. Zo deinzen fabrikanten er niet voor terug om kleinere porties aan te bieden in een poging een product minder vet te maken. Volgens dit principe (minder gewicht = minder vetstoffen) wordt de consument onder andere misleid door de bereide gerechten. Soms is het zelfs zo dat bepaalde bereide gerechten evenveel wegen, maar toch meer calorieën bevatten dan het originele gerecht.
Deze discussie slaat ook op de vetstoffen. Bij de “light” margarines kan het vetgehalte variëren van 41% tot 60%. Een “licht” verschil! Terwijl “light” olie, in tegenstelling tot wat de reclame laat uitschijnen, helemaal niet bestaat.
"Light" dranken mogen dan al interessant lijken omdat ze minder calorieën bevatten, ze krijgen toch kritiek van heel wat specialisten die van mening zijn dat ze de interesse van de consument voor een gesuikerde smaak levend houden en niet onmiddellijk enige kwalitatieve voedingsstof bieden.
In de groep van het snoepgoed moet de consument beslist uitkijken voor de "light" chocolade die zeker niet minder calorieën bevat dan de klassieke chocolade. Slechter nog: de suiker werd vervangen door polyolen en verhoudingsgewijs door vetstoffen. Bijgevolg bevat "light" chocolade soms zelfs meer calorieën.
Wat yoghurt en andere zuivelproducten betreft, is het zo dat de producten met de nieuwe smaken (“Tarte Tatin”, stukjes chocolade, vruchtenyoghurt), zelfs in “light”-versie, meer calorieën bevatten dan een klassieke yoghurt natuur. Temeer daar het gewicht van de portie toegenomen is. Bijna 25 gram op twintig jaar tijd.
“Light” chips zijn slechts “light” van naam, hun hoeveelheid calorieën vermindert nauwelijks met 70 Kcal (500 Kcal in plaats van 570 Kcal). Dit geldt ook voor enkele koekjes.
Etiketten aandachtig lezen kan heel interessant zijn, ook al is een vergrootglas soms echt wel nodig. Twee elementen zijn belangrijk om te komen tot vergelijkbare productgewichten: de calorie- en de vetinname.
U vermijdt ook beter de “light” bereide gerechten die vaak veel te veel zout en te weinig groenten bevatten, de gesuikerde dranken (water is de ideale oplossing, want het “natuurlijke” water bevat geen calorieën) en vruchtenyoghurt. "Light” snoepgoed en snacks zijn over het algemeen weinig interessant, met uitzondering van hier en daar een merk.
De gezondheidsbeweringen
Reclamefolders laten ons soms geloven dat het product bijzondere eigenschappen bezit, terwijl alle gelijkaardige voedingsmiddelen dezelfde kenmerken hebben. Er wordt verwezen naar het effect van dit product op het cholesterolgehalte en dus op de gezondheidstoestand van de consument, zonder dat deze bewering bewezen kan worden door middel van een wetenschappelijk dossier.
Volgens de geldende wetgeving moeten vermeldingen op een productverpakking of beweringen in een reclamefolder waar zijn. De gezondheidsbeweringen moeten dan ook ondersteund worden door een wetenschappelijk dossier en mogen de consument niet misleiden met betrekking tot de eigenschappen van het product. Bovendien moeten deze beweringen duidelijk en volledig zijn wat betreft de aard van het product, de vorm, de dosering, het effect in functie van de tijd, de doelgroep. En tenslotte moeten ook eventuele neveneffecten die te maken hebben met de gezondheidsbewering vermeld worden.
Gezondheidsbeweringen worden tegenwoordig steeds vaker vermeld in reclamefolders en hangen samen met de verbetering van de gezondheid. Onjuiste verklaringen of al dan niet opzettelijke weglatingen zorgen ervoor dat de consument zich vragen gaat stellen over de geloofwaardigheid van de geformuleerde beweringen.
Het is dus in het belang van de consument dat hij ze aandachtig leest en zich niet laat misleiden. Een gezonde en evenwichtige voeding is perfect mogelijk zonder dat men zijn toevlucht moet nemen tot dure voedingsmiddelen en supplementen, behalve uiteraard indien dit op medisch advies gebeurt.
In dat opzicht wijst een recente studie gerealiseerd door het OIVO op het reële gevaar van verwarring tussen de termen voedingsmiddel en geneesmiddel.
zie ook artikel : Gezondheidsbeweringen van voedingsmiddelen
Een melkproduct bevat 10 miljard L. Casei Immunitas en biedt het darmkanaal een betere weerstand tegen ongewenste bacteriën. Nauwelijks één consument op drie kan dit professionele bericht ontcijferen en slechts weinig consumenten zijn zich ervan bewust dat het hier gaat om een geneesmiddel; één op tien consumenten kent dit product echter therapeutische krachten toe. En daarin zit nu net het gevaar: de werking van een product op de darmflora wordt omgevormd tot een mirakelproduct (het helpt onze weerstand, therapeutische effecten). De reclameboodschap in dit voorbeeld geeft ons de indruk dat het product ons beschermt tegen alle externe aanvallen.
Een producent lanceert met calcium verrijkt water (en daarmee bedoelt men: goed voor de gezondheid). Nauwelijks één consument op drie kan dit bericht ontcijferen. En om zeker te zijn van de doeltreffendheid zou het verkochte water enerzijds een voldoende hoeveelheid calcium moeten bevatten en zou het calcium in dit water anderzijds goed opgenomen moeten worden door het lichaam. De analyse toont aan dat één liter met calcium verrijkt water van het merk X 300 mg calcium levert voor ± 0,80 euro, terwijl één liter mineraalwater 3,5 tot 500 mg calcium levert naargelang het merk en één liter kraanwater een verschillende hoeveelheid calcium naargelang de locatie met een wettelijk maximum van 270 mg voor ± 0,0025 euro. Met een gehalte van 300 mg per liter kan het water X een niet te verwaarlozen bron aan calcium zijn. Maar er zijn ook nog andere calciumbronnen die tegelijkertijd ook interessante bronnen van eiwitten, vitamines en mineralen zijn (bijvoorbeeld zuivelproducten). Aangezien het calcium in het water meestal wel goed opgenomen wordt, zou dit water interessant kunnen zijn voor mensen die weinig melk drinken. Maar is het echt nodig om water met extra calcium op de markt te brengen als we weten dat een evenwichtige voeding al het nodige calcium levert?
Bron; gezondheid.be