't Is zwart wat mij bevangt
wat dit van mij verlangt is kracht
een kracht waarmee ik strijden moet
maar mijn vijand is onzichtbaar
ik strijk eens door mijn grijze haar
omdat de pijn verdwenen is

Maar komt daar weer die scheut, die schicht
krimp ik ineen om niet geraakt te worden
maar het zit in me, wat op mij zijn pijlen richt
ik heb de neiging om te draaien
maar de hinder houdt me stil
lig hier met tranen in mijn ogen
de wereld is grijs en kil

Ik die altijd dacht dat mij niet de geest ontbrak
en niet de wil, de wens en het vermogen
de pijn te stuiten die mij stak
maar ik ga onder hem gebogen
Al wat ik eens heb ondergaan
kent ook nu geen mededogen
de wereld is nu grijs en kil
ik weet, hoewel ik het niet wil,
het zwart, de dood, staat in mijn ogen