Nacht, zwoele lucht

Warmte, diepe zucht


Mijmeren van wat ooit eens was

Fonkelende lichtjes over de grote plas


Warm zand

Wat is er aan de hand


De kilte van het water

Hoe zal het zijn, later


Stilte, in gedachten verzonken

Golfjes die tegen de steiger aanbonken


Pijn, en verdriet

Niemand die het ziet


Voeten in het zilte vocht

Een briesje, een beetje tocht


Verder en verder, tot aan de horizon

Hoe was het alweer voor het begon


Moed en kracht

Waar iedereen naar tracht


In de verte schijnt een licht

Afgeleid, de pijn verlicht


Weer een diepe zucht

Happen naar wat frisse lucht


Naar begrip, liefde en tederheid

En dit voor alle zekerheid


Dat er mensen zijn die om je geven

Eén kans maar in dit leven


Heb geen spijt noch verdriet

Verloren tijd en ’t helpt niet


Hou vol en geef nooit op

Want het zonnetje komt steeds op



polleke