Hypochonder


Op maandag denk ik kanker
op dinsdag denk ik hartaanval
op woensdag, hersenbloeding
op donderdag, dan denk ik niet
vrijdags kan van alles zijn.
Al lijkt ’t onverzoenlijk,
‘t is allemaal zo aandoenlijk,
want alle gedachten, allemaal
zijn zo verdomde terminaal.

’t Is geen wonder, geen wonder, geen wonder, ik ben een onverbeterlijke hypochonder.


De weekends breken aan
De drank vloeit immer rijkelijk
Geen zorgen meer voortaan
zelfs roken lijkt profijtelijk.
En op het toppunt van de euforie
krijg ik een pijnscheut in mijn knie.
De diagnose onverbiddelijk,
amputatie en wel onmiddelijk.
De stomp zal gaan ontsteken
en daarna volgt necrose,
nog maximaal twee weken
is denk ik mijn prognose.

‘t is geen wonder, geen wonder, geen wonder, ik ben een onverbeterlijke hypochonder.


Een nieuwe week begint
ik mijmer over ’t leven
meteen komt de gedachte op:
’t duurt écht maar heel even.
Als ik straks ga slapen
word ik zeker niet meer wakker
Verrek mijn kaken bij het gapen
wat ben ik toch een stakker.
Epileptisch angstsyndroom
ik spring zwetend uit mijn stoel
Die moedervlek een melanoom
in mijn vinger geen gevoel.
Kriebel in een been,
zie je wel trombose,
eenzaam en alleen
een rillende psychose.
Een heel klein beetje pijn
wordt zeker ongeneselijk
een druppel bloed is dodelijk
een griepje kan het einde zijn……..

‘t is geen wonder, geen wonder, geen wonder, ik ben een onverbeterlijke hypochonder.