Nogal eens krijgen mensen van arts of fysiotherapeut te horen dat ze een beenlengteverschil hebben. Hoe ontstaat zo iets? Bijvoorbeeld na een ongeluk of een gecompliceerde breuk. Maar soms ook na een operatie, bijvoorbeeld aan de heup. Dit verschil wordt op een bepaalde manier gemeten, waarna patiënt het advies krijgt een hakverhoging te laten aanbrengen en soms zelfs een hak- en zoolverhoging. Tot zover geen bijzonderheden. Echter ook patiënten die deze voorgeschiedenis niet hebben, 'ontwikkelen' soms een beenlengteverschil. Hoe kan dat? Ga eens met de benen licht gespreid staan en breng vervolgens zo veel mogelijk lichaamsgewicht op één been: dat been is nu je 'korte' been. Niet echt natuurlijk, wanneer je weer 'gewoon' gaat staan, is het probleem opgelost. Toch? Nee dus. Kijk eens naar de slijtage van wat oudere schoenen. Links en rechts altijd verschillend! De meest versleten schoen zit aan het 'kortste' been. Gewicht gaat nu eenmaal naar het laagste punt. Iedereen heeft een voorkeursbeen om op te leunen tijdens langer staan. Dát is dus je 'kortere' been. Iedereen heeft dus een beenlengteverschil! Ernstig? Nee hoor. Tot je klachten krijgt, bijvoorbeeld aan de rug. Kappers en winkelpersoneel zijn hier gevoelig voor. Vaak wordt dit opgelost met een hakje van hooguit 2 à 3 mm in de schoen. Tijdelijk.
Groet, Peter.