De herinnering
Ik loop rustig naar de rand waar het water begint,
Een vogel vliegt boven het zand
terwijl hij zijn lied zingt.
Ik weet niet wat dit allemaal met me doet,
Het water, de vogels, de zilte zeelucht die me voedt.
Mijn haren wapperen in de wind,
Ik voel me nu weer eventjes kind.
Alle rust die mij nu sust,
Terwijl de wind mijn gezicht teder kust.
Hij streelt mijn huid lieflijk en zacht,
Terwijl ik naar de ondergaande zon kijk die me toelacht.
Het gevoel dat ik nu pas echt leef,
Geeft mij het gevoel dat ik gedachteloos zweef.
Nee, ik wil dit gevoel echt niet kwijt,
Ik vergeet eventjes de tijd.
Ik ben zo gelukkig dat ik van binnen zing,
Als ik terugdenk aan deze herinnering.
bron: Sanne Collée