Steeds meer astma en allergieën: welke rol speelt het klimaat?
Astma is een aandoening die steeds meer voorkomt en allergische reacties worden steeds heviger. Hoe is dit te verklaren? Is er een verband met de veranderingen in onze leefomgeving waar het tegenwoordig zo vaak om te doen is?
Miljoen mensen hebben ermee te maken
In België zijn 6 à 7% van de volwassenen en 8 à 10% van de jongeren (-18 j.) astmapatiënten. In 70 tot 80% van de gevallen, speelt allergie daarbij een rol. Bij kinderen loopt dat percentage zelfs op tot 95%. Astma is een ziekte die moeilijk te behandelen is. De situatie wordt nog bemoeilijkt wanneer de aandoening gepaard gaat met een allergie. De allergenen zijn moeilijk te identificeren en soms spelen verschillende allergenen een rol: huismijt, dierenharen, schimmels, pollen… Men heeft vastgesteld dat er een parallelle groei is van het aantal astmagevallen en van de ernst van de allergische reacties. Sommigen denken dat het milieu een belangrijke rol speelt in deze evolutie. Dat was meteen ook het thema van een in november 2007 in Frankrijk gehouden symposium over astma en allergieën.
Astma en allergieën: de weerspiegeling van de klimaatveranderingen?
Er moet wel een verband zijn met de klimaatveranderingen. De gevolgen voor astma- en allergiepatiënten uiten zich op twee manieren:
• De weersomstandigheden beïnvloeden de ontwikkeling van de allergenen.
• De plotse temperatuurschommelingen, onder andere een plotse afkoeling die gepaard gaat met wind, kunnen een samentrekking van de bronchiën veroorzaken.
Daar komt nog bij dat de klimaatveranderingen en de opwarming die wij al enkele jaren gewaarworden (broeikaseffect) het gevolg zijn van de milieuvervuiling. Het zijn ook de verontreinigende stoffen die verantwoordelijk zijn voor de verhoogde gevoeligheid voor longallergenen. De ozon bijvoorbeeld, die het resultaat is van de vermenging van uitlaatgassen met lucht, veroorzaakt een ontsteking van de bronchiën en verhoogt de prikkelbaarheid van de luchtwegen (bronchiale hyperactiviteit). Verschillende vervuilende stoffen kunnen bovendien op elkaar inwerken en het effect verstreken van een andere stof die ook een astma-aanval kan veroorzaken. Onder invloed van de klimatologische opwarming en van een aantal vervuilende stoffen die een impact hebben op de plantengroei, zijn er steeds meer soorten pollen die bovendien hun opwachting al maken op het einde van de winter en in het begin van de lente.
Het gevolg is dat er tegenwoordig veel meer pollen is dan vroeger. Het pollenseizoen begint niet alleen vroeger, het duurt nu ook langer…
Is er een verband tussen GGO's en het groter aantal astmagevallen?
GGO's bevatten eiwitten die resistenter zijn tegen herbiciden en/of insecten. Er moet wel nagegaan worden of die 'nieuwe' eiwitten geen mogelijke allergenen zijn. Op dit ogenblik is dat nog niet het geval, hoewel miljarden mensen de laatste tien jaar al genetisch gemodificeerde organismen verbruikt hebben. Alvorens GGO's gecommercialiseerd worden, moeten zij voldoen aan een evaluatie en aan een wetenschappelijke controle die op punt gesteld werd door de WGO. Daarna worden GGO's nog regelmatig gecontroleerd. Tot nu toe werd dus nog geen enkel risico ontdekt, maar het is wel nodig om de pollen van deze genetisch gewijzigde planten te blijven controleren, vanuit het standpunt van de ademhalingsallergieën en hun verspreiding.
(bron: e-gezondheid.be)