Mijn gedachten,
ze zweven,
alle kanten gaan ze op.
De goede, maar ook de verkeerde kant,
en ik kan niet zeggen: stop.
Mijn gedachten laten zich niet sturen,
ze gaan hun eigen gang.
Maar juist de gene die de verkeerde kant opgaan,
die maken mij soms toch wel bang.

Gedachten aan mijn kind en vrienden,
die gedachten zijn mooi en goed.
Ook aan fijne en gelukkige tijden,
dat zijn de gedachten zoals het zijn moet.

Maar gedachten naar een verlangen,
dat zijn gedachten die de verkeerde kant op gaan.
Ook al zijn die gedachten nog zo mooi,
ik kan ze nog niet aan.
Voor zulke gedachten is het nog te vroeg,
ze mogen nog niet naar binnen.
Mijn hart zegt dan wel ja,
maar mijn verstand moet overwinnen.

Die gedachten laten mijn muur wankelen,
hij is toch niet zo stevig als ik dacht.
Hij wankelt, maar mag nog niet instorten,
Niet nu, niet zo onverwachts.

Die tijd zal ooit wel weer komen,
maar nu ben ik die gedachten liever kwijt.
Nu bezorgen ze me alleen maar problemen,
voor die gedachten is het nog niet de tijd.

Wat de toekomst mij zal brengen,
blijft ook voor mij een groot geheim.
Tot die tijd blijft alles bij gedachten,
ook al doet het soms wel pijn.

--------------------------------------------------------------------------

Mijn hoofd iets te hard gestoten,
Mijn hart voorlopig voor alle liefde afgesloten.
Dat hij zoiets kon doen had ik nooit verwacht,
Het is zo erg dat ik hem erom veracht.

Mijn verdriet zo ontzettend groot,
langzaam ging ik van binnen dood.
Het leven had voor mij even geen waarde meer,
zwarte gedachten spookte door mijn hoofd keer op keer.

Lang heb ik toen bij die boom gestaan,
Mijn gedachten de vrije loop laten gaan.
Ik wou naar hem toe gaan,
Hij moest weten wat hij mij had aangedaan.

Opeens klonk er een stemmetje van binnen,
die zei: "daar steek ik een stokje voor.
Je hebt nog zoveel om voor te leven.
Binnenkort kun jij weer liefde ontvangen en geven.
Ik kan niet zonder jou, Jij bent mijn mama en ik hou van jou
en ik blijf je altijd onvoorwaardelijk trouw."

Langzaam draaide ik me om,
Mijn rug naar die boom,
en dacht terwijl ik weg liep: "Ja, ik ga ervoor.
Een nieuw leven voor jou en mezelf opbouwen,
en om hem zal ik niet langer rouwen."