Weergeven resultaten 1 tot 9 van 9

Onderwerp: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

  1. #1
    Premium ++ Account Luuss0404's Avatar
    Lid sinds
    13-05-2009
    Locatie
    Groningen
    Posts
    5.659

    Exclamation Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Vernauwing van het wervelkanaal
    Inleiding
    Een vernauwing van het wervelkanaal is een veel voorkomende aandoening, die zich meestal pas op oudere leeftijd manifesteert. In principe kan een vernauwing overal in de wervelkolom optreden, maar de meest voorkomende plaatsen zijn in de nek of onder in de rug.

    Anatomie van de wervelkolom
    De wervelkolom heeft een centrale plaats in het bewegingsapparaat. Hij bestaat uit 7 nekwervels, 12 borstwervels, 5 lendenwervels en het heiligbeen. Tussen twee wervellichamen ligt telkens een tussenwervelschijf, en deze 23 schijven verhogen de elasticiteit en de bewegingsmogelijkheden van de wervelkolom. Hoewel een vernauwing theoretisch op ieder niveau kan voorkomen, zijn voor de praktijk alleen de halswervelkolom en de lendenwervelkolom van belang. In de nek is er meestal sprake van een vernauwing tussen de 4e en 7e nekwervel, onder in de rug meestal tussen de 2e of 3e en de 5e lendenwervel.
    In de nek vindt door de vernauwing druk op het ruggenmerg plaats. Het ruggenmerg loopt naar beneden niet verder door dan de eerste lendenwervel; daaronder is er alleen nog sprake van een bundel zenuwvezels, de paardenstaart of cauda equina. Deze zenuwwortels worden door een vernauwing in de onderrug bekneld.

    De vernauwing
    Slijtage of degeneratie van de wervelkolom is een normaal proces dat bij iedereen in meerdere of mindere mate plaatsvindt. Sommigen hebben van nature een nauwer wervelkanaal dan anderen. Tijdens het degeneratieproces vindt verdikking plaats van de banden (ligamenten) tussen de wervels. Daarnaast treedt vergroting (verbreding en afplatting) op van de kleine tussenwervelgewrichtjes, die dakpansgewijs aan de achterzijde de verbinding tussen de wervelbogen vormen. Hierdoor wordt de ruimte voor de zenuwwortels steeds kleiner, vooral in het gootje waar de zenuwwortels het wervelkanaal verlaten. Soms draagt een uitpuilen van de tussenwervelschijf nog wat aan de vernauwing bij.

    Klachten en verschijnselen
    De klachten bij de vernauwing in de nek en onder in de rug zijn verschillend:
    * vernauwing in de nek. Doordat druk op het ruggenmerg plaatsvindt kunnen verschijnselen zowel aan de armen als aan de benen optreden. Vaak is er sprake van dove of prikkelende gevoelens, machteloosheid of een onzekere gang. Soms treden prikkelingen op bij sterk voor- of achterover buigen van het hoofd, omdat daarbij de ruimte rond het ruggenmerg nog verder verkleind wordt.
    * vernauwing onder in de rug. Onder in de rug lopen alleen nog de zenuwwortels. De verschijnselen worden veroorzaak door druk hierop en kunnen daardoor erg lijken op die van een hernia. Meestal is er sprake van pijn in beide benen, vaak optredend of verergerend bij lopen. De klachten lijken daardoor op die welke ontstaan bij een vaatvernauwing aan de benen (z.g. etalageziekte). Bij lopen treedt pijn op, soms ook een doof gevoel en/of krachtsvermindering. In rust, vooral in wat gebukte houding, hurkend of zittend, verdwijnt de pijn dan weer vrij snel. Dit komt omdat bij lopen de kromming in de wervelkolom (de lordose) wat toeneemt en de ruimte afneemt. Bij bukken of hurken wordt de vernauwing juist weer wat minder. Patiënten met een vernauwing kunnen daarom ook vaak wel goed fietsen.

    De afbeelding hierboven toont een dwarsdoorsnede door een lendenwervel. Links de normale situatie, rechts nadat door degeneratie vernauwing is ontstaan van het wervelkanaal. De uittredende zenuwen hebben veel minder ruimte.

    Op de afbeelding hierboven is te zien hoe de doornuitsteeksels elkaar raken. Op dit niveau is het wervelkanaal vernauwd. Dit is de situatie bij lopen.

    Door de doornuitsteeksels uit elkaar te houden (het groene vlakje) wordt het ligament gespannen en puilt niet meer in het wervelkanaal uit. Deze situatie komt overeen met die bij bukken, hurken en fietsen.

    Stellen van de diagnose
    Om aan te tonen dat de klachten inderdaad veroorzaakt wordt door een vernauwing moet verder onderzoek gebeuren. Er zijn 3 soorten onderzoek die hiervoor in aanmerking komen:
    * Ct-scan. Dit onderzoek is in de regel onvoldoende en verschaft slechts bij uitzondering voldoende informatie om een beslissing tot operatie te kunnen nemen.
    * Contrastonderzoek van het wervelkanaal (caudografie), eventueel aangevuld met een CT-scan. Dit onderzoek geeft veel informatie over de benige structuren en bovendien een fraaie afbeelding van de zenuwwortels. Het onderzoek is inmiddels vrijwel volledig verdrongen door:
    * MRI. Dit is het onderzoek van eerste keuze. Het geeft goede informatie over de plaats van de vernauwing in drie richtingen en laat de weke delen (zenuwen, verdikte ligamenten) uitstekend zien. Bot wordt minder goed afgebeeld.

    Hierboven een lengtedoorsnede door het halswervelkanaal. Tussen de derde halswervel (C3) en de zesde (C6) is het kanaal vernauwd en is er weinig ruimte voor het ruggenmerg. Bij C5/6 is er een uitstulping van de tussenwervelschijf. Hier zit een "wit vlekje" in het ruggenmerg, dat wijst op al aangerichte schade.

    Hierboven een MRI van een dwarsdoorsnede door de lendenwervelkolom. Het kanaal is extreem vernauwd

    De operatie
    Meestal is uit de klachten, verschijnselen en uit het hulponderzoek wel duidelijk of er geopereerd moet worden. Een bijzonder geval is het nauwe halswervelkanaal bij "niet zo oude" patiënten (40-50 jaar) met weinig verschijnselen. Deze patiënten lopen zelfs bij een onnozel ongeval of een lichte kop/staart botsing een verhoogd risico op schade van het ruggenmerg, zelfs een dwarslaesie, zodat in deze gevallen vaak een operatie uit voorzorg geadviseerd zal worden. Voor de lendenwervelkolom geldt dit risico niet.
    Ook hier valt weer een onderscheid te maken tussen een operatie op het niveau van de halswervelkolom of de lendenwervelkolom.
    * vernauwing in de nek. Afhankelijk van het feit of de meeste druk op het ruggenmerg ontstaat vanuit de voorzijde of de achterzijde van het ruggenmerg, en van de voorkeur van de operateur zijn er in principe twee benaderingen:
    o vanuit de voorzijde. Het is mogelijk de halswervelkolom vanuit de voorzijde te benaderen, via een snee links of rechts van het strottenhoofd. De operatie vindt plaats met behulp van Röntgendoorlichting. Vanuit deze benadering wordt zoveel als nodig is van tussenwervelschijf en wervellichaam weggehaald, ten einde ruimte te maken voor het ruggenmerg. Nadat dit is gebeurd vindt reconstructie plaats, waarvoor verschillende technieken bestaan, die alle niet voor elkaar onder doen. Men kan kiezen voor een botspaan uit de bekkenkam van de patiënt, voor koolstofkooitjes, plaatjes, schroeven enz. Meestal, maar niet altijd, kan met een dergelijke operatie voldoende ruimte verkregen worden. Patiënten kunnen na de ingreep meestal vlot naar huis en de meeste klachten worden nog aangegeven op de donorplaats van de botspaan aan de bekkenkam. De ingreep heeft vrijwel geen invloed op de beweeglijkheid van de nek.
    o vanuit de achterzijde. Dit is de "klassieke" operatie, waarbij van achteren uit de wervelbogen worden vrijgelegd en vervolgens weggenomen. Meestal gaat het om vier bogen. De ingreep leidt niet tot een verminderde beweeglijkheid van de nek. Ook hoeft men niet bang te zijn dat het ruggenmerg aan de achterzijde onbeschermd is. Er komt een dikke spierlaag overheen te liggen die ruim voldoende bescherming biedt. De ingreep wordt de eerste dagen wel als pijnlijker ervaren.
    * vernauwing onder in de rug. Om deze op te heffen vindt een operatie vanuit de achterzijde plaats. Na het afschuiven van de rugspieren worden de wervelbogen of delen daarvan verwijderd, waarbij in tegenstelling tot de operatie aan de nek het meestal wel nodig is de kleine gewrichtjes (de facetten) geheel of gedeeltelijk mee te nemen. Een en ander hangt af van de uitgebreidheid van de vernauwing. Dit kan wel invloed hebben op de stabiliteit van de wervelkolom, zodat tegenwoordig niet zelden in dezelfde operatie de rug wordt vastgezet (spondylodese). Dit is een grote operatie, maar het resultaat is doorgaans gunstig.

    Risico's
    Zoals bij iedere operatie zijn er ook bij de genoemde zekere risico's. De kans van optreden hiervan is echter zeer gering, het betreft immers een routineoperatie die in het Neurochirurgisch Centrum Zwolle vele malen per jaar wordt uitgevoerd. Niettemin kan er altijd wat toename van neurologische uitval optreden, deze is meestal het gevolg van het moeten manipuleren aan een zenuw die lang in de knel gezeten heeft. Een ontsteking of niet goed genezende wond behoort ook tot de gebruikelijke risico's. Een minder frequente maar wel uiterst vervelende complicatie is de nabloeding. Bij een uitgebreide operatie is er een groot wondbed, vaak betreft het bovendien oudere patiënten met eventueel stoornissen in de bloeddruk of de stolling. Soms groeit een botspaan (wanneer daarvan gebruik gemaakt is) niet aan. Vooral roken heeft daarop een zeer ongunstige invloed.

    (Bron; neurochirurgie-zwolle.nl)
    Verlies nooit de moed: soms gaat de deur pas open met de laatste sleutel van de bos

  2. #2
    Premium ++ Account Luuss0404's Avatar
    Lid sinds
    13-05-2009
    Locatie
    Groningen
    Posts
    5.659

    Exclamation Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Alternatieven
    Bij een vernauwing van het wervelkanaal zijn er geen reële alternatieven voor operatie. De vernauwing is een langzaam voortschrijdend proces, zodat het beter is niet zo lang te wachten totdat er uitvalsverschijnselen ontstaan.
    Omdat de vernauwing het meest uitgesproken is bij sterkere lordose (verkromming) is een behandeling geïntroduceerd die dit juist tegengaat. Als je de wervels wat uit elkaar duwt ontstaat er meer ruimte voor de uittredende zenuwwortels. Dit wordt gedaan door iets tussen de doornuitsteeksels te plaatsen. Omdat hiermee het achteroverbuigen (extenderen) wordt tegengegaan spreekt men wel van een extensietop. Het gaat om implantaten met namen als X-stop, DIAM of Coflex. De operatie is erg eenvoudig, nauwelijks belastend en er zijn vrijwel geen risico's aan verbonden. Nadelen zijn alleen dat niet altijd duidelijk is welke patiënten nog wel en welke niet meer met een dergelijke operatie te helpen zijn. Omdat ze nog niet lang op de markt zijn is ook niet bekend hoe lang zo'n implantaat zijn functie vervult. Daarnaast zijn ze tamelijk duur. Maar in bepaalde gevallen is het zeker de moeite waard de ingreep te overwegen.

    De X-stop is een metalen implantaat met vinnen om verschuiven te voorkomen.

    De DIAM bestaat uit een harde kern met een wat zachter omhulsel. Hierdoor is het implantaat enigszins verend.

    De Coflex wordt van achteren ingebracht en is door zijn U-vorm ook wat verend.

    Na de operatie
    Na de operatie wordt de patiënt verder behandeld door de fysiotherapeut. Deze doet oefeningen om de rug weer belastbaar te maken en de patiënt weer op de benen te krijgen. In het algemeen is het ontslag na een week, waarna de fysiotherapie thuis wordt voortgezet. Poliklinische controle vindt 6 weken na operatie plaats, waarbij de belastbaarheid en het resultaat van de operatie op dat moment bekeken worden. Meestal krijgt de patiënt dan te horen dat hij wel weer zijn gang kan gaan en de belasting mag opvoeren. Werkhervatting hangt natuurlijk ook samen met het type werkzaamheden.

    Recidief
    Bij afdoende vrijlegging van het ruggenmerg of de zenuwwortels is het optreden van een nieuwe vernauwing vrijwel uitgesloten. In het geval van de halswervelkolom kan het nog wel eens noodzakelijk zijn de operatie aan beide kanten uit te voeren. Een en ander is afhankelijk van de individuele situatie en de voorkeur en het beleid van de neurochirurg.



    Cervicale kanaalstenose of vernauwing van het halswervelkanaal
    Vernauwing van het halswervelkanaal komt zoals de vernauwing van het lendenwervelkanaal nogal eens voor en kan dan aanleiding geven tot klachten.

    Anatomie
    Binnenin de wervelkolom bevindt zich het ruggenmerg en de zenuwwortels. De wervelkolom bestaat uit 7 nek- (of cervicale) wervels C1 t/m C7, 12 borst- (of thoracale) wervels Th 1 t/m Th 12, 5 lenden- (of lumbale) wervels L1 t/m L5, en het heiligbeen (of sacrum (S)) met het staartbeentje (stuitje). Met uitzondering van de eerste twee halswervels zit er tussen iedere twee wervels een tussenwervelschijf. Dat de wervels gemakkelijk ten opzichte van elkaar kunnen bewegen, is te danken aan de tussenwervelschijven die elastisch zijn, maar ook aan wervelgewrichten die iedere wervel beiderzijds aan de bovenliggende en onderliggende wervels verbinden. Verder wordt het wervelkanaal van boven naar beneden op ieder niveau gevormd door de wervelbogen, die vastzitten aan de wervellichamen. Aan de achterkant lopen deze uit in een uitsteeksel (het doornuitsteeksel) dat midden op de rug kan worden gevoeld (de "ruggengraat"). Bovendien worden de wervelbogen met elkaar verbonden door elastische banden, de gele ligamenten, die het wervelkanaal van binnen bekleden. Binnen in het wervelkanaal loopt van boven naar beneden het ruggenmerg. Het ruggenmerg ligt binnen in een koker van hersenvliezen, de zogenaamde durale zak, waarin het in hersenvocht (liquor) schokvrij is opgehangen. Op iedere hoogte ontspringen links en rechts uit het ruggenmerg de zenuwwortels die dan, omhuld door een manchet van hersenvlies, het wervelkanaal verlaten door openingen die begrensd worden door de wervelgewrichten van twee aangrenzende wervels.

    Oorzaak
    De wervelkolom kan vooral bij ouderen tekenen van slijtage vertonen. Slijtage is overigens een normaal verouderingsverschijnsel dat bij iedereen voorkomt, al is de mate waarin het optreedt, individueel anders. Deze slijtage, ook wel genoemd artrose, is bekend van allerlei gewrichten zoals de heup of de knie. Als reactie op artrose gaat het wervelbot woekeren, het wordt dikker, vooral bij de wervelgewrichten waar dikke richels ontstaan. Dit kan zich afspelen op één niveau bijvoorbeeld C5/6, maar meestal op meerdere hoogten, van C2 tot Th1. Uiteraard vernauwen de richels het wervelkanaal en kunnen ze daardoor het ruggenmerg verdrukken. Ook kunnen ze de openingen vernauwen waar de zenuwwortels uit het wervelkanaal treden. Omdat deze openingen bij de halswervelkolom niet zo wijd zijn ontstaat al spoedig een beknelling van de uittredende zenuwwortels. Bovendien zijn ook de gele ligamenten wat verdikt, waardoor er binnen het vernauwde wervelkanaal nog minder ruimte overblijft voor het ruggenmerg en de zenuwwortels. Maar hoeveel ruimte er uiteindelijk overblijft, wordt verder bepaald door de mate van slijtage en door de wijdte van het kanaal die beide van persoon tot persoon verschillend kunnen zijn.
    Andere minder voorkomende oorzaken van de vernauwing van het halswervelkanaal zijn de zwelling van het ontstekingsweefsel bij reuma van de halswervelgewrichten en de toestand na een letsel van halswervels waardoor een verschuiving van botfragmenten heeft plaatsgevonden.

    Figuur: Vernauwing van het halswervelkanaal door het ontstaan van botrichels van de wervellichamen. Een richel ter hoogte van C4/C5 geeft beknelling van de daar uittredende wortel C5, maar nog niet van het ruggenmerg. In de uittredende zenuwwortels verlopen aftakkingen van de motorische en gevoelsbanen, waardoor beknelling van een wortel aanleiding kan geven tot pijn, verlamming en gevoelsstoornissen. De richel ter hoogte van C6/C7 geeft beknelling met indeuking van het ruggenmerg (myelopathie) met de daarin verlopende motorische en gevoelsbanen, waardoor de motorische en gevoelsfuncties bedreigd worden.

    Ziektebeeld
    De klachten en verschijnselen van cervicale kanaalstenose zijn het gevolg van de verdrukking (compressie) van het ruggenmerg, en/of van de zenuwwortels.
    Men kan zich voorstellen dat de druk op het ruggenmerg directe mechanische beschadiging hiervan veroorzaakt, vooral als dat herhaaldelijk bij bewegingen gebeurt, maar waarschijnlijker is het dat de bloedsomloop van het ruggenmerg verstoord wordt door het dichtdrukken van voedende bloedvaten. Het ruggenmerg kan hiervan beschadigd raken, wat myelopathie (myelum betekent ruggenmerg) wordt genoemd. In het cervicale ruggenmerg lopen de lange motorische banen, dat zijn de bundels zenuwvezels die de opdrachten van de grote hersenen doorgeven aan de cellen in het ruggenmerg die de spieren besturen. Ook bevat het ruggenmerg de lange gevoelsbanen, dit zijn bundels zenuwvezels die de in het ruggenmerg binnengekomen gevoelsprikkels naar de hersenen doorgeven. Bij verdrukking van het ruggenmerg zullen er dus motorische en gevoelsstoornissen optreden, die zich hierin uiten dat de patiënten de bewegingen van hun benen niet meer onder controle hebben en slingerend gaan lopen. Enerzijds komt dit doordat ze minder kracht in hun benen hebben, (dit noemt men een verlamming of parese van de beenspieren); anderzijds komt het ook omdat ze de stand en de bewegingen van hun benen minder goed voelen. Behalve een verminderd positiegevoel is er ook een afgenomen gevoel voor aanraking. Door het verminderde gevoel in de voeten kan het lijken of ze op kousenvoeten lopen terwijl ze geen kousen aan hebben. Bovendien is de krachtsvermindering of parese van spastische aard, wat wil zeggen dat de benen ondanks de verminderde kracht niet verslapt zijn, maar juist stijver dan normaal waardoor het lijkt alsof ze aan de grond kleven. Naast een stoornis van de motoriek en van het gevoel in de benen kan er ook incontinentie voor urine bestaan, wat wil zeggen dat de patiënten hun urineblaas niet onder controle hebben en op ongelegen momenten urine kunnen verliezen. Een ander verschijnsel dat soms voorkomt, is een gevoel alsof er electrische stroom door de ruggengraat gaat bij buigen van de nek. Het zijn alle tekenen van verdrukking van het ruggenmerg. Als de myelopathie voortschrijdt en de beknelling van het ruggenmerg niet wordt opgeheven, kan het uitlopen op een totale onderbreking van het ruggenmerg, een zogenaamde dwarslesie dat gekenmerkt wordt door een algehele verlamming en gevoelloosheid van het lichaamsgedeelte onder het niveau van de beschadiging.
    De tekenen van beknelling van de cervicale zenuwwortels, ook radiculopathie (radix betekent wortel) genoemd, bestaan uit schietende of uitstralende pijn in de schouder of de arm, eventueel gepaard met een doof of tintelend gevoel, wat verergerd of opgewekt kan worden door het buigen of draaien van de nek of door het strekken van de arm.

    (Bron; neurochirurgie-zwolle.nl)
    Verlies nooit de moed: soms gaat de deur pas open met de laatste sleutel van de bos

  3. #3
    Premium ++ Account Luuss0404's Avatar
    Lid sinds
    13-05-2009
    Locatie
    Groningen
    Posts
    5.659

    Exclamation Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Vervolg Ziektebeeld
    De verschijnselen van de cervicale kanaalstenose lijken dus erg op die van de nekhernia, wat niet helemaal verwonderlijk is, omdat beide aandoeningen aanleiding kunnen geven tot beknelling van het ruggenmerg en de zenuwwortels. Het accent ligt bij de stenose meer op de beknelling van het ruggenmerg en bij de nekhernia meer op die van de wortels. Een verschil is ook dat bij de stenose de klachten geleidelijker plegen op te treden, terwijl bij de nekhernia de klachten acuut kunnen ontstaan als bij donderslag. Uiteraard komen de cervicale kanaalstenose en de nekhernia ook gecombineerd voor, wat niet zelden gebeurt.
    Voor de oningewijde kunnen de verschijnselen van de cervicale kanaalstenose lijken op andere ruggenmergsaandoeningen, zoals multipele sclerose. Daarom is neurologisch onderzoek en beeldvormende diagnostiek nodig om tot de juiste diagnose te komen en de juiste behandeling te kunnen instellen.

    Beeldvormende diagnostiek
    Reeds met een gewone zijdelings genomen röntgenfoto van de halswervelkolom kan de vernauwing van het wervelkanaal worden vastgesteld, alsmede de aanwezigheid van de botrichels die de oorzaak zijn van de vernauwing.
    Belangrijk is ook een MRI van de halswervelkolom. Op de zijdelingse MRI kunnen niet alleen de botrichels worden herkend, maar kan ook de verhouding van het wervelkanaal tot het ruggenmerg worden beoordeeld. Normaal is namelijk aan de voor- en achterkant van het ruggenmerg een laag liquor te zien die het scheidt van de voor-, respectievelijk achterkant van het wervelkanaal. Dit betekent dat er om het ruggenmerg voldoende ruimte is. Bij een ernstige stenose ziet men dat de botrichels aan de voorkant tot aan het ruggenmerg reiken en deze zelfs kunnen indeuken. Eventueel kan men op de MRI vaststellen of het ruggenmerg door de beknelling is beschadigd (myelopathie).
    Op dwarse MRI opnamen van de halswervelkolom kan men herkennen of het om echte botrichels gaat dan wel om een hernia; ook kan men eventueel de beknelling van de wortels zien.

    MRI in lengtedoorsnede. Het ruggenmerg is ter hoogte van C5 en C6 bekneld. De witte vlekken in het overigens donkere ruggenmerg wijzen op myelopathie (zie tekst).

    MRI dwarsdoorsnede. Het wervelkanaal is ernstig vernauwd, er is nauwelijks nog plaats voor het ruggenmerg dat volledig is platgedrukt.

    Een andere techniek waarmee de botveranderingen aan de wervels zichtbaar kunnen worden gemaakt is de CT-scan, in het bijzonder als deze wordt gecombineerd met het inbrengen van contrastmiddel in de liquorruimte (bijvoorbeeld met een ruggenprik). Op zulke CT-myelogrammen ziet men het ruggenmerg en de wortels als donkere uitsparingen in de liquor die door het contrast wit is aangekleurd. Op deze wijze kan men dus ook beoordelen of er nog voldoende liquor, d.w.z voldoende ruimte om het ruggenmerg aanwezig is. Een CT-scan is beter geschikt voor het beoordelen van de benige afwijkingen, terwijl op de MRI juist de zogenaamde weke delen (de andere niet-benige weefsels) beter uitkomen.

    Behandeling
    Slijtage van de wervelkolom is op zich geen reden tot neurochirurgisch ingrijpen, omdat vele ouderen de tekenen van slijtage aan de halswervelkolom vertonen zoals bij toeval op röntgenfoto's is gebleken, terwijl de meesten van hen geen klachten of verschijnselen van myelopathie hebben. Ook wordt de aanwezigheid van klachten niet beschouwd als een reden tot ingrijpen, zolang het ziektebeeld stabiel blijft. Nemen de verschijnselen echter toe, of zijn er volgens de scans naast duidelijke beknelling ook tekenen van myelopathie, of is er een episode van acute verergering, dan is neurochirurgisch ingrijpen geboden. Zo kunnen patiënten een val doormaken, waarna ze tijdelijk een gedeeltelijke of gehele dwarslesie vertonen. Als dit volgens de foto's of scans blijkt te berusten op een vernauwd halswervelkanaal, dan moet de vraag, of er nu reden is om chirurgisch in te grijpen, bevestigend worden beantwoord, omdat bij een volgend ongeval de schade wel eens blijvend kan zijn.
    Uit de resultaten is gebleken dat men zich tevreden mag stellen met het stoppen van de verergering van het ziektebeeld. Na de operatie pleegt een meerderheid van de patiënten te verbeteren, terwijl ondanks de operatie bij de overigen geen verandering is opgetreden of zelfs het ziektebeeld blijft verslechteren. In de gevallen die niet verbeterd zijn is mogelijk de verstoring van de bloedvoorziening van het ruggenmerg de factor, waar de operatie geen vat op heeft gehad.
    In principe bestaat de operatie uit het creëren van meer ruimte voor het ruggenmerg. Zoals bij de nekhernia kan dit van de achterzijde, of van de voorzijde.
    Bij de benadering van achteren wordt bij de patiënt die op de buik ligt, een overlangse snede gemaakt midden op de nek over het gebied waar het wervelkanaal verwijd moet worden. Dat gebeurt meestal over meerdere niveaus, vanaf C2 tot en met C7. Door de achterste nekspieren af te schuiven worden de wervels vrijgelegd. De betreffende wervelbogen worden verwijderd (dit noemt men een laminectomie) en vervolgens de gele ligamenten. Als de durale zak bevrijd is, kan men waarnemen, dat deze zich duidelijk heeft ontplooid. Over de durale zak worden dan de afgeschoven nekspieren weer aan elkaar gehecht, wat voldoende bescherming biedt aan de durale zak met zijn inhoud ondanks dat er nu geen benige bedekking meer is. Als er behalve de kanaalstenose ook een hernia in het spel is, kan deze in dezelfde operatie worden verwijderd. Omdat het verwijderen van de wervelbogen de kans op instabiliteit kan doen ontstaan, zijn er enkele neurochirurgen die de verwijderde botstukjes weer terugzetten en met schroeven en plaatjes vastmaken, uiteraard in een positie waarin het wervelkanaal ruimer is (zogenaamde laminoplastie).
    Bij de benadering van voren ligt de patiënt op zijn rug op de operatietafel, met het gezicht recht omhoog. Er wordt een snee gemaakt in de hals, naar de voorkeur van de operateur links of rechts van het midden. Dan worden de spieren en de andere structuren die in de hals verlopen (zoals de bloedvaten, de luchtpijp, de slokdarm en de stembandzenuwen) uiteen gehouden, om uiteindelijk precies op de voorkant van de halswervelkolom uit te komen. Vervolgens wordt een Röntgenfoto gemaakt om de precieze plaats van operatie te controleren. Hierna wordt ter hoogte van de botrichel de tussenwervelschijf verwijderd totdat men aan de achterkant ervan aan de voorzijde van het wervelkanaal is beland, waarna de botrichels die zich boven en beneden de tussenwervelschijf bevinden, worden verwijderd. Zonodig worden op andere hoogten waar zich ook botrichels bevinden na het verwijderen van de betreffende tussenwervelschijven deze richels verwijderd. De ontstane ruimte die is ontstaan na het verwijderen van een tussenwervelschijf kan worden opgevuld met een stuk bot (meestal eigen bot uit een bekkenkam, donorbot, botcement, of een "kooitje" van kunststof of van het metaal titanium). Anderen vinden het niet nodig om de ontstane ruimte op te vullen. Bij uitzondering is het nodig om het wervellichaam zelf te verwijderen, als dit bijdraagt tot de vernauwing en te vervangen door de genoemde materialen. Weer anderen geven er de voorkeur aan om na een ingreep op verschillende niveaus de wervellichamen van deze niveau's met platen en schroeven aan elkaar vast te maken.

    Operatierisico's
    Zoals bij iedere operatie zijn er ook aan de operatie voor een halswervelkanaalstenose risico's verbonden. De kans dat die optreden is echter zeer gering. Het ziektebeeld komt veel voor en de operatie behoort tot de "routineoperaties". Een ontsteking van de operatiewond of van de tussenwervelruimte komt een enkele keer voor, en ook nabloeding in het operatiegebied kan voorkomen. Bij de benadering van voren bestaan er vaak kortdurend wat klachten van spreken (schorre stem) en slikken (pijn bij slikken, of het gevoel van "een brok in de keel"). Beschadiging van een stembandzenuw met (al dan niet voorbijgaande) heesheid is een zeldzame complicatie. Nog veel zeldzamer, maar wel ernstig, is beschadiging van de slokdarm of van het ruggenmerg.

    Na de operatie
    Ondanks de pijn aan de wond, die overigens na enige dagen afzakt, kunnen vele patiënten merken dat de stijfheid in de benen is verminderd en dat zich meer kracht in de benen ontwikkelt; ook zijn de dove gevoelens verminderd of verdwenen. Een (verdere) verbetering kan nog volgen; maar er zijn helaas een aantal patiënten die niet duidelijk verbeteren of zelfs blijven verslechteren omdat kennelijk de verstoring van de doorbloeding van het ruggenmerg niet meer is te beïnvloeden. De patiënt mag overigens al spoedig het bed uit om het gevaar van trombose in de benen te verminderen en over het algemeen is hij na enige dagen zo mobiel dat hij naar huis kan gaan. Revalidatie is alleen nodig in die gevallen dat er nog ernstige loopstoornissen bestaan.

    Deze tekst is officieel goedgekeurd door de Nederlandse Vereniging van Neurochirurgen.
    (Bron; neurochirurgie-zwolle.nl)
    Verlies nooit de moed: soms gaat de deur pas open met de laatste sleutel van de bos

  4. #4

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Ik ben geopereerd aan een dubbele stenose aan mijn onderrug. Bij mij is als implantaat een coflex gebruikt. Het resultaat is verbluffend. Ik kan, dankzij die coflex, weer gewoon volop sporten. Was mijn rug vastgezet, had ik een bewegingsbeperking gehad. Helaas werd de operatie door mijn zorgverzekeraar niet vergoed. De coflex is experimenteel, werd als reden op gegeven. Mijn zusje en nog anderen hebben dezelfde operatie ondergaan en hebben door hun ( basis)verzekering wel de operatie vergoed gekregen.
    Dus vraag eerst aan Uw verzekeringsmaatschappij of ze wel vergoeden.

  5. #5
    Premium ++ Account Luuss0404's Avatar
    Lid sinds
    13-05-2009
    Locatie
    Groningen
    Posts
    5.659

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Hallo RonnyH,

    Fijn dat de operatie bij jou zo goed geholpen heeft dat je weer kan sporten!
    Bedankt dat je jou ervaring deelt en voor de tip over eventuele vergoeding door de zorgverzekeraar!

    Lieve groet, Luuss
    Verlies nooit de moed: soms gaat de deur pas open met de laatste sleutel van de bos

  6. #6

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    kan deze ook gebruikt worden voor de nek?Welk ziekenhuis ben jij geopereerd?

  7. #7

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    ik had ook een nekhernia (5/6) en die is in juni operatief weggehaald met tevens een wervelkanaal vernauwing.
    De neuro chirurg verwachte niet dat ik er baat bij zou hebben, aangezien alle specialisten mijn klachten op mijn MS schuiven.

    direct na de operatie waren mijn benen sneller ontspannen en mijn armen kan ik weer hoger tillen.
    ben blij dat ik de operatie heb afgedwongen , heb er zeker baat bij.
    ik ben in isala kliniek zwolle geopeerd

  8. #8

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    ik weet niet zeker of ik een vernauwing in het wervelkanaal heb. Ik heb 's nachts vaak een zeurderige pijn in mijn benen en weet niet meer hoe ik moet gaan liggen. Ook heb ik altijd moeite met opstaan, als ik eenmaal een paar passen loop gaat het wel weer. Mijn benen voelen met het lopen stijf aan. Heb begin dit jaar een nieuwe heup gekregen en gedacht dat het allemaal over zou zijn, maar aan mijn heup voel ik geen pijn meer, maar wel nog steeds aan mijn onderrug en benen. Wie weet raad?

  9. #9

    Standaard Re: Vernauwing van het wervelkanaal - Artikels

    Hallo,
    Ik ben vorig jaar juni aan een lumbale kanaalstenose geopereerd. Had een vernauwing onder in t wervelkanaal. Afgelopen mei kreeg ik een klapvoet. MRI gemaakt. Bleek ik instabiliteit in de L4 en L5 te hebben. Neurochirurg stelde voor beide wervels vast te zetten. Ik kreeg erg veel last van mn rug, zere benen, dove voeten. Ik ben 11-09 2012 geopereerd aan een zgn spondylodese. Ben nu aan t revalideren.
    Als ik u was zou ik beslist contact opnemen met de huisarts.
    Sterkte!

Soortgelijke onderwerpen

  1. Artrose en vernauwing in het halswervelkanaal
    By corry in forum Zenuwen en beendergestel
    Reacties: 38
    Laatste Post: 16-12-13, 14:32